In het voorjaar van 2016 ligt het vast dat we die zomer het vervolg van de GR 5 zullen verderzetten. We willen voor de eerste keer geen hotelletjes vastleggen, omdat we voelen dat we dan te veel vast hangen aan het begin- en eindpunt van de dagetappes. Enkele maanden later, eind juni 2016, werd ik aangereden door een auto. Al bij al kan ik niet klagen over de gevolgen want het had veel erger kunnen zijn. Ik kom er vanaf met wat blauwe plekken en een lichte hersenschudding die me 3 weken in een donkere kamer te bed houdt. 3 weken liggen en niets doen is nu niet bepaald de beste voorbereiding op een trektocht, in tegendeel zelfs... Maar niets aan te doen, al was ik nog erg moe overdag, toch wou en zou ik op trektocht gaan. Na zo'n 10 dagen stappen en een goede 200 km gaf mijn lichaam er de brui aan. De pijn, die vertrok vanuit mijn heup/rug en recht naar mijn kleine teen ging, was niet meer te harden. Noord-Frankrijk toonde ons vooral kilometerslang een panorama aan bomen, struiken, slijk en slakken. De tocht had zijn tol geëist. Ik was fysiek en mentaal op. Ondanks het feit dat Bart erg teleurgesteld was (want bij hem liep het nu net zo gesmeerd), besloten we vanuit Brin-sur-Seille (FR) terug te keren naar huis. Was de hersenschudding en de 3 weken bedrust of was het terrein de aanleiding van mijn opgeven? Dat was de vraag. Ik besloot dat ik in elk geval onvoldoende had getraind en dat ik meer zou moeten gaan trainen om de komende etappes te kunnen doorstaan. Na wat navraag hoorde ik vooral dat men tijdens het jaar regelmatig een weekendje of een midweek op tocht ging om fysiek klaar te zijn voor de grote tocht in de zomer. Hier wil ik werk van maken. In augustus en september wandel ik vooral dagtochten samen met Bart in de buurt. Dat is een goede start, maar praktisch gezien merkten we dat onze agenda's te druk werden en het steeds moeilijker werd om erop uit te trekken. Daarom besloot ik om alleen op pad te gaan. Ik had de GR 122 al langer in het vizier want deze loopt langsheen mijn geboortestad, de gemeente waar ik nu woon en loopt recht naar de Vlaamse Ardennen - een ideaal trainingsgebied- tot in Doornik. De tocht bevat in totaal zo'n 200 km wandelplezier.
Dag 1: Hulst - grens België/Nederland (30 km)
De eerste keer alleen op stap. Ik voelde me best wat zenuwachtig. Mijn tocht zou vertrekken vanuit Hulst. Daar moest ik dus eerst en vooral kunnen geraken. Op voorhand zocht ik wat info op via internet en besloot ik voor de zekerheid toch nog wat navraag te doen bij de infostand van De Lijn. Er waren omleidingen, maar de bus zou vlak bij de start van mijn route haar eindhalte kennen. Verder kon ik rekenen op mijn ouders, die in Lokeren wonen om me 's avonds op te pikken en 's morgens weer af te zetten aan de grens. Ik besloot telkens weer naar huis te komen om thuis te overnachten en mijn picknick te kunnen maken. Stapje voor stapje, niets overhaasten. Ik wou eerst even kijken hoe dit aanvoelde om dan een volgende keer erop uit te trekken voor meerdere dagen met overnachting. (Ik ben nogal een voorzichtige ;) ) Zo gebeurde het dat ik eerst de trein naar Sint-Niklaas nam, om vervolgens de bus naar Hulst te nemen. Alles verliep vlot. Ik wandelde naar het startpunt op de kaart (zoals op de website van de Grote Routepaden staat aangeduid), dat bleek echter niet het officiële startpunt te zijn. Ik had een mooie wandelboom verwacht, maar mijn beginpunt startte bij een gewoon GR teken. Geen nood, dacht ik bij mezelf, ik ben gestart in Hulst, dat is wat telt. Ik volg de wit-rode tekentjes die me leiden over de omwallingen van de stad. Ook volgens de kaart en de GPS zit ik juist...tot op een bepaald moment aan de molen. Plots geven de tekens aan dat ik niet meer verder mag wandelen, de enige weg waar ik volgens de tekens wel mag wandelen is terug? Wat is dit? Ik zet de gps aan. Die zegt me dat mijn weg naar links afslaat, net zoals mijn kaart dat zegt. Dat wil echter zeggen dat ik moet afdalen van de 5 meter hoge, op sommige punten bijna loodrechte omwalling. Ik besluit een stukje terug te wandelen tot ik een plekje vind waar de omwalling minder steil is. Dat stukje werd echter een stuk. Bijna terug aan mijn beginpunt daal ik, nog steeds van een steile omwalling, af en wandel ik verder. Langs dit paadje blijkt de route wel te kloppen. De tekens op de omwalling staan er dus foutief... Het is niet dat we kunnen spreken over een glorieus begin, maar elk begin is moeilijk zeker???
Even later bevind ik me op een zeer druk kruispunt, en wanneer ik dat verlaat kom ik in een oase van rust terecht. De tocht is begonnen. Ik kijk regelmatig op de kaart, hoewel dat bij deze lange paden en bij dit uitgestrekte landschap niet echt meer nodig is. Het voelt zalig. De novemberzon straalt op mijn huid, en hoewel het slechts 1 à 2°C is, voel ik daar dankzij mijn muts en mijn handschoenen niets van. Ik wandel en merk dat ik me vooral bezig houd met mijn route. De GPS heb ik ondertussen weer uit gezet. Het zoeken van de tekens en het controleren op de kaart geven me het gevoel dat ik zelf ook deelneem aan de tocht waardoor ik de tocht als een beginnend avontuur beleef, in tegenstelling tot de GPS die me zonder nadenken de weg wijst. Al vlug merk ik dat ik veel meer plezier beleef aan het wandelen wanneer de GPS niet mee mag doen. Eentje om te onthouden. :)
Iets voor het gehucht Kijkuit leidt de route me een akker in. Ook hier verdwijnen na een tijdje de tekens. Ik besluit om een alternatieve route te nemen via een geasfalteerde straat. Na zo'n 200 meter zie ik de wit-rode tekens opnieuw staan die me opnieuw dat ontspannen gevoel geven. :) Later die dag ben ik onder de indruk van de overblijfselen van de kampen uit de tachtigjarige oorlog. Regelmatig kom ik informatiebordjes tegen die me meer uitleg geven over die oorlog. Ik lees ze deels en stap dan weer verder. Ik geniet van deze wandeling, wat een heerlijk rustige omgeving is dit. Buiten enkele fietsers heb ik in uren geen mens meer gezien. De rust doet me goed.
Wanneer de zon vroeg op de avond gaat zakken, ben ik bijna aangekomen op de te bereiken plek voor vandaag. Eens ik de grens ben overgestoken bel ik naar mijn vader en geef ik aan dat ik nog zo'n 30 minuten stapplezier voor de boeg heb. We spreken af op het kruispunt A11 (N49). Even later pikt hij me op, zodat ik nog even later terug naar huis kan gaan. De eerste wandeldag is voorbij. Meer van dat! :)
Dag 2: grens België/Nederland - Lokeren (17 km)
Nadat mijn vader me weer op het eindpunt van gisteren afzet, voel ik dat het deze ochtend toch nog wat frisjes is. Ik doe mijn handschoenen weer aan en zet mijn muts op en vertrek. Al gauw bevind ik me in een klein bos. Ik vraag me nog steeds af wat alleen wandelen met me zou doen en al gauw begin ik lichtjes hiervan iets te merken. Ik voel me op de een of andere manier dichter bij de natuur. Ik kan er meer van genieten. Het kan natuurlijk ook liggen aan het feit dat ik in een heel mooi stukje bos aan het wandelen ben. Dat zal later wel blijken. Nog even later voelt het alsof de veilige onzichtbare muur rondom mijn lichaam plots verdwijnt, een soort naakt gevoel - ook al ben ik tijdens deze novemberochtend goed warm gekleed- overvalt me. Daarna voel ik me plots heel rustig, heel erg goed. Ik begrijp nu heel goed waarom mensen alleen op pad willen gaan. Als 2 dagen alleen in de natuur zijn dit effect al op me heeft, hoe heerlijk moet het dan zijn om er dagenlang alleen op uit te trekken? Ter hoogte van Puyenbroeck hoor ik in de verte de schoten van jagers op zoek naar wild. Mijn pad leidt me dichter naar deze schoten. Plots hoor ik schoten in het bos vlak naast me. Deze doorbreken mijn goed gevoel. Ik voel een beetje angst op me afkomen. Ik hoor mijn hersenen me wijs maken dat de jagers niet in mijn richting zullen schieten, dat er me niets kan gebeuren. Toch voel ik me achter elke boom van de bomenrij die tussen mij en het bosje staat toch een beetje veiliger. Ik bedenk me dat de kans op een raak schot (waarbij ik dan word geschoten) enorm klein moet zijn, aangezien de oppervlakte enorm groot is en het bosje op dit moment toch nog zo'n 100 meter van mijn pad ligt verwijderd. Het geluid van de schoten eindigt wanneer ik een eindje ben opgeschoten en ik de fluovestdragende jagers het bos zie verlaten. Ik wandel verder richting Doorselaar. Eens Doorselaar gepasseerd merk ik dat de bevolkingsdichtheid groeit en de drukte van de dag van eenieder invloed heeft op mijn gevoel van rust. Ik voel dat de 30 km van gisteren, en het feit dat ik vandaag en gisteren zeer weinig heb gepauzeerd invloed hebben op mijn beenspieren. Een km voordat ik aankom bij mijn ouders thuis - de GR 122 loopt daar heel dicht bij- , zet ik me nog even aan de kant van de weg. Vervolgens zet ik mijn laatste km in en word ik bij mijn ouders ontvangen met een heerlijk stuk taart.
Dag 3: Lokeren - Melle (23.5 km)
De dag begint opnieuw fris en rustig. Na 2 km wandelen hoor ik plots weer schoten. Het geluid galmt uit de richting waar ik heen moet. Het jachtseizoen is duidelijk ten top op dit moment van het jaar. De herinnering van gisteren komt weer boven. Even later zie ik de jagers aan de kant van de weg een praatje maken met elkaar. Ik ga erop af en stel de onfortuinlijke vraag of ze nog van plan zijn verder te schieten en in welke richting opdat ik liever niet word geschoten. Ik zie het mannelijk gezelschap elkaar bekijken waarna ze in groep even gezapig grinniken. Ik besef mijn blunder, maar de heren blijven beschaafd en ik maak een gezellig praatje met hen. Toen ik hen vroeg of ze voor mij op de foto wouden, gingen ze hier zonder twijfel mee akkoord. Een stel sympathieke jagers. :)
Even verder staat een stier in een wei naar mij te gapen. Ik bekijk hem heel even en wandel dan weer verder. Wanneer het pad me dichter bij zijn wei leidt, blijkt hij eerder woest te worden. Met zijn hoofd naar de grond gericht, en met zijn voorpoot in de startkabels achtervolgt hij mij en zet hij zijn sprint naar het rode doek in - al kwam er in de praktijk geen rood aan bod - tot de grens met de omheining, bekleed in prikkeldraad, hem doet afremmen. Ik sta even perplex van zijn actie en stap vervolgens met een mooie tred - lees: iets sneller dan normaal - mijn tocht verder. Wat een rare ervaring! Geen idee waarom me dit net was overkomen. Even later word ik overstelpt met blaffende honden, blatende geiten en agressief loeiende koeien (het voelde echt aan alsof die koeien de roddel van hun leven over mij aan het vertellen waren). Konden ze me verstaan, dan had ik hen gevraagd me met rust te laten maar deze actie was in dit geval eerder nutteloos. :) Ik wandel verder en hoor het geloei nog even achter mij doorgaan. Nu ik "den Oudenbos" (bij Lokeren) heb verlaten, steek ik de E 17 over. Opnieuw brengt het pad me in een oase van rust. Ondanks het feit dat ik nog niet volledig ben bekomen van het dierengeweld van eerder, voel ik hoe de natuur me kalmeert en mijn onrust weer wegneemt. Ik merk hoe het landschap verandert. Een eerste glooiing verschijnt en ik stijg en daal met heel veel plezier over deze mini-heuvel. Ik denk even terug aan het moment dat ik in Hulst was gestart. Ondanks het feit dat dit nog maar de derde dag is, en ik 3 dagen na elkaar heb gewandeld lijkt het alsof ik het begin van een andere wereld ben ingewandeld. De grond kleurt anders, andere boomsoorten beschaduwen het gebied en de eindeloze vlakte van eerder is niet meer. Ik geniet van dit gevoel.
Voorbij Ten Ede wandel ik door de Bommels. De Bommels staan in Melle en Wetteren bekend als de côté voor de zeer goed gegriefden, en zo blijkt. De ene meterslange villa na de andere doet mijn ogen uitpuilen. Even later steek ik de brug over de Schelde over en wandel ik naar het station van Melle waar ik de trein naar huis neem. Hier eindigt mijn eerste "Walking Solo"ervaring. Voor herhaling vatbaar!
Dag 4: Melle - Moortsele station (9 km)
Het nieuwe jaar werd uitgebreid gevierd en nu die te grote hoeveelheid voedsel wat verwerkt is, mis ik het wandelen opnieuw. Het regent al dagen, maar deze namiddag voorspelde de weerman slechts plaatselijke buien. Ik besluit het risico te nemen en vraag aan Bart om mee te gaan. Een kleine tocht van 9 km zou tussen de buien heen nog net moeten lukken bedacht ik me zo. Niets was minder waar aangezien halverwege de tocht de weergoden ons plots 'verrasten' met een plaatselijke storm gevuld met pittige koude regen, sterk blazende wind en afgewerkt met een heel klein beetje hagel. Wat wil een mens nog meer. :) Gelukkig ging de storm even snel liggen dan dat hij was komen opzetten. Dit zorgde ervoor dat we opnieuw konden genieten van het landschap rondom ons. Het landschap omschrijven als heuvelachtig zou nog te krachtig zijn omschreven, maar de glooiingen worden duidelijk hoger en ook hun aantallen stijgen. Even later bereikten we het station van Moortsele om zo met de trein terug naar huis te gaan waar de haard al snel werd aangestoken.
Dag 5: Moortsele station - Munkzwalm (18 km)
Op voorhand had ik mezelf een krokusvakantie vol wandelplezier toegewenst. De weerman voorspelde echter een hele week regen. Toen zaterdagvoormiddag bleek dat het toch zo'n vaart niet zou lopen, besloot ik mijn tocht in de namiddag toch maar verder te zetten. Met een rugzak gepakt met een regenbroek en cape ging ik verder op stap. Nu het van november is geleden dat ik nog eens alleen op stap was gegaan, voel ik bij de aanvang van mijn tocht een aangename spanning. De tocht begint met een eerste lichte klim en dat voelt fijn aan. Net zoals de eerste dag in november voelt de tocht vandaag aan als een gewone wandeling. Ik hou de kaart goed in het oog, want een heel aantal tekentjes zijn met grijze verf uitgedaan (wellicht omdat er een overdaad aan tekens was), maar dit zorgt ervoor dat ik soms wat twijfel voel wanneer er even geen tekens staan. Geen klagen, want later bleek dat ik zal de hele dag door niet zal verkeerd lopen. In Hermelgem heb ik voor het eerst het gevoel gehad op een heuvel te staan. Een prachtig panorama verscheen na een lichte klim. Dit gaf me een heuse brok energie. :) Heerlijk! Wanneer ik in Munkzwalm aankom, wandel ik naar het station en neem ik de trein naar huis. Ik heb deze namiddag geen druppel regen gevoeld. Wat ben ik blij dat ik mijn tocht weer heb aangevat!
Dag 6: Munkzwalm - Jeugdherberg De Fiertel (nabij Ronse) (31 km)
Nu het 4 dagen heeft geregend en het vandaag droog zou blijven, trek ik mijn wandelschoenen aan om het vervolg van de GR 122 te wandelen. Ik reis - jawel reis, want ik ben zo'n anderhalf uur onderweg - met de trein naar Munkzwalm. Daar hervat ik mijn tocht. De regen heeft echter zijn effect op de paden gehad. In het begin van de wandeling doorwaad ik een aantal keer bemodderde paden of paden die tijdelijk werden omgevormd tot een goed stromende beek, waardoor ik veel langer dan verwacht over de eerste kilometers doe. Het heeft de afgelopen dagen dan ook liters gegoten. De glooiingen vormen zich nu om tot heuvels en een assortiment van prachtige panoramabeelden biedt zich nu de hele dag door aan. Vandaag is het opnieuw de eerste dag in een reeks van alleen wandelen. Opnieuw kijk ik vandaag heel veel naar de kaart, terwijl dit eigenlijk niet nodig is. De tekens leiden me probleemloos naar mijn bestemming. Ik kijk er naar uit om opnieuw enkele dagen na elkaar op tocht te gaan, liefst met de bijhorende overnachtingen nu. Ik voel dat ik dit heel graag wil beleven, maar dan misschien bij iets warmer en droger weer. :) Wanneer ik ergens boven op een heuvel een bankje zie staan, besluit ik mijn boterhammetjes daar op te eten. De vergezichten die deze plek me biedt, voelen aan als puur genot. Dit plekje geeft me even het gevoel dat ik op reis ben; het laat me de dagelijkse rompslomp volledig vergeten. Een heerlijk plekje dus! De koude felle wind, zet me echter snel weer aan het wandelen. Ik wandel verder en kijk opnieuw regelmatig op de kaart. Halverwege, in de buurt van Brakel voel ik het klimmen en dalen in mijn benen. Ik heb natuurlijk nog niet erg veel gepauzeerd, en wellicht hebben de modderige paadjes ook iets met mijn vermoeide spieren te maken. Op het eerstvolgende bankje zet ik me even neer. Ik had vandaag verschillende mogelijke eindhaltes in gedachten. Ofwel zou ik stoppen in Opbraken, ofwel in D'Hoppe ofwel zou ik tot aan de Jeugdherberg De Fiertel (nabij Ronse) wandelen. Ik besluit dat ik sowieso wil wandelen tot in D'Hoppe aangezien het de rest van het krokusverlof zal regenen. Voorbij Brakel loopt het pad doorheen het Brakelbos, een knap stukje natuur! Eens in D'Hoppe aangekomen slaat de klok 16 uur en bel ik even naar Bart en overleg ik even met hem voor "de organisatie" - lees: zie jij het zitten om naar de winkel te gaan om een pizza te gaan halen? - van de avond. Bart zag dit zitten dus wandel ik verder naar de jeugdherberg. Voor het drukke kruispunt "Vier Winden" loopt het pad door een smal steegje dat uitkomt op een hek. Aan dat hek hangt een bord privé met de bijhorende waarschuwing over camerabewaking. Als GR wandelaar mag je gewoon door het hek lopen en het pad volgen, aangezien er een uitgezonderd voor GR bordje bijhangt. :) Goed dat dat bordje erbij hangt na al die kilometers! Rond 17 uur kwam ik bij de jeugdherberg aan. 100 m verder wacht ik op bus 23 richting Zottegem station om van daaruit verder naar huis te reizen. Vandaag voelde aan als een hele goede wandeltraining, doel bereikt. :)
Dag 7: Jeugdherberg De Fiertel - Orroire ( +-22 km )
Vandaag start ik aan een driedaagse solo-trektocht, die me zal leiden tot het einddoel van deze route: Doornik. Mijn rugzak wordt de komende 3 dagen mijn beste vriend. Mijn 10 kilo wegende vriend, is in vergelijking met de tochten op de GR 5 goed afgevallen. :) Om 7 uur neem ik de trein naar Zottegem en vraag van daaruit aan de buschauffeur van bus 23 richting Ronse of hij het ziet zitten om te stoppen aan de halte "Schoonbroekstraat". De vriendelijke man helpt me hierbij en kondigt 5 minuten ervoor aan dat we er bijna zijn. Tof! Rond 9u30 kan mijn tocht van start gaan. Dit is de eerst keer dat ik een meerdaagse tocht met overnachtingen alleen zal wandelen. Ik voel de adrenaline die de spanning en het bijhorende enthousiasme in me doen opwellen. Het hele landschap verschuilt zich in één grote mistige wolk. Het is windstil, waardoor de mist de hele voormiddag zal blijven hangen. Hoewel het uitzicht daardoor beperkt blijft, zorgt de mist voor een aangename mysterieuze sfeer. I love it. :) De wandeling start met een beklimming naar het muziekbos, waar ik onmiddellijk enorm kan genieten van de natuur. Op dit eerder vroege uur is er in de wijde omtrek niemand te zien. De rust doet me deugd en ik geniet met volle teugen.
Bij het verlaten van het Muziekbos, merk ik dat ik het jammer vind dat het bos niet nog groter is - gewoon omdat ik me er zo goed voelde- :) . Via allerlei rustige straatjes verlaat ik de heuvel en kom ik stilaan dichter en dichter bij Ronse. Af en toe nam ik de kaart erbij om zeker te zijn dat ik nog goed zat, maar eigenlijk vertrouw ik vandaag vooral op de wit-rode tekens die me de weg leiden door dit Vlaamse land. Een heel aantal honden "verwelkomen" me al dan niet vanuit de andere kant van hun omheining, waarna ik een drukke straat oversteek. Ik begroet een dame die aan haar deur staat en krijg een "bonjour" terug. Dit is de eerste keer dat ik tijdens mijn GR 122 avontuur iemand Frans hoor spreken. Ik zeg bonjour terug en wandel verder. Al vlug verlaat ik ook weer Ronse via een grote parking. De wegen die daar op volgen leiden me terug de rust der natuur in. Opnieuw loopt de weg bergopwaarts, iets wat ik best weet te appreciëren. Op weg naar het Kluisbos zie ik de restanten (hekkens, tenten, ...) van de wielerkoers van gisteren nog. Even later kom ik aan, aan de wandelboom die het begin van het Kluisbos inzet. Vanaf dit punt kan ik de route ook volgen in het boekje van de GR 123, want vanaf hier tot in Doornik zal de GR 122 gelijklopen met de GR 123. Dit boekje is opgemaakt in het Frans en heb ik aangekocht op de fiets- en wandelbeurs bij de stand van de grote routepaden, maar kan je uiteraard ook online kopen. (http://www.groteroutepaden.be/nl/product/28/webshop/gr-123-tour-du-hainaut-occidental.html) Even verder op een bankje eet ik de boterhammetjes die ik deze morgen nog smeerde op. In het hout van de bank staat gekerfd dat het Waalse land zich aan de overkant bevindt. Vermoedelijk biedt deze plaats een mooi overzicht van het Waalse land, maar de dichte mist, onthult de pracht ervan nog niet. Een groepje van 4 mensen (ik vermoed dat ze op pensioen zijn) wandelen rustig voorbij. Wanneer ik na mijn maaltijd terug vertrek, haal ik ze in. Ze geven aan dat ze vermoeden dat ik op trektocht ben. Wanneer ik vertel dat ik van Hulst naar Doornik wandel, via de GR 122 merk ik dat ze het leuk vinden om die informatie te ontvangen. Even later, wanneer ik me aan de volgende wandelboom bevind en ik even op mijn kaart kijk, hoor ik ze zeggen: "Doornik is nog 50 km, ...." Wat ze daarna zeiden kon ik niet meer verstaan. Ik wandel verder waarna de paden smaller worden en ik me nu echt in het bos waan. De kronkelende paadjes zijn speels en nu de zon voor het eerst deze morgen door de mist heen trekt, geniet ik met volle teugen van dit avontuur. Ik ervaar op dat moment even het gevoel van puur geluk dat doorheen mijn hele lichaam stroomt. Genieten!
De paden worden even later weer breder, en er is opnieuw bebouwing zichtbaar. De weg trekt nu verder naar Orroire. Alles loopt goed tot ik midden op mijn pad een kleine hond tegenkom. Vele jaren terug stond ik oog in oog met een grote grommende hond. Op de moment dat deze zijn aanval startte, kwam er uit het niets een vrachtwagen (in een straat waar anders nooit vrachtwagen rijden) al toeterend aangereden. De hond verschoot zo, dat hij vlug de benen nam. De chauffeur in de vrachtwagen heeft toen mijn leven gered. Ik aanzie hem als mijn persoonlijke engelbewaarder :), al heb ik nooit zijn gezicht gezien. Telkens ik het geblaf of gegrom van een hond hoor, denk ik hieraan terug. Een angst besluipt me, maar niet bij deze kleine hond. Wanneer ik een stap voorwaarts zet, loopt hij met zijn staart tussen zijn benen en met de hoogste tonen op de notenbalk der geblaf van honden vlug weg. Wat een komische en bizarre situatie. Op het einde van dat pad ontbreekt een teken. Ik heb keuze uit links of rechts. Ik kijk op de kaart, maar aangezien ik al lang niet meer op de kaart had gekeken wist ik niet precies waar ik was, dacht ik te weten waar ik was en ik besliste te vlug. Wanneer ik links afsla en ik even verder opnieuw een teken zie (dat daar eigenlijk niet hoort te staan), ga ik er vanuit dat ik juist ben. Maar, niets is minder waar. Mijn pad maakt hier een grote bocht, en door links af te slaan, maak ik van deze bocht een lus. Ik kom terug uit waar ik even geleden was. Ik schaam me, en voel wat frustratie opkomen. Maar, vooral bedenk ik me dat dit een goede leerschool is. Dit hoort bij het avontuur, het is ok. (vooral omdat het max over 1 km extra gaat, en de schade gelukkig nog beperkt bleef) Ik besluit de gps aan te zetten, ook al staat de route er nu niet meer op aangeduid en de weg te wandelen met behulp van de kaart, ik kort de route zelf een beetje in, zodat ik rechtstreeks wandel naar de kerk van Orroire, waar ook de bushalte zich bevindt. Wandelen met de kaart, met ondersteuning van de gps die mijn positie bevestigt is veel leuker. Ongeveer een half uurtje later komt bus 97 aan naar Tournai (Doornik). Zo'n 40 minuten later kom ik in Doornik aan, zet ik me even op een terrasje in de zon op de grote markt van Doornik, waarna ik de jeugdherberg van Doornik binnenwandel. Ik heb op voorhand een bed in de vrouwenkamer van de jeugdherberg gereserveerd. Voor 2 nachten met ontbijt en wifi, (en gratis fris water waarmee ik mijn drinkbussen kan opvullen) betaal ik 44 euro. De grote luxe moet je niet verwachten, maar voor die prijs sluit ik prijs/kwaliteit een hele goede deal. :)
Dag 8: Orroire - Obigies (+-30 km)
Vanaf de jeugdherberg stap je ongeveer 15 à 20 minuten naar het station, waar ook de bussen vertrekken. Om half 8 nuttig ik mijn ontbijt, zodat ik de bus 97 van 8u24 naar Orroire kan nemen. Opnieuw helpt de buschauffeur me door aan te geven waar de halte van Orroire is. Ik stap af, en aangezien er vandaag zo'n 30 km op het programma staan en ik een beetje stijf ben van de wandeling van gisteren besluit ik mijn stokken bij de hand te nemen. Ook vandaag wandel ik met mijn rugzak. Ik zou mijn materiaal wel kunnen achterlaten, maar aangezien het een groepskamer is, ik tijdens de dag toch een heel aantal zaken nodig heb (water, kaart, geld, middageten, ...) besluit overdag alles in mijn rugzak te laten en hem bij mij te houden. Ik kijk nog even op de kaart en zet de gps aan, waarna ik mijn tocht weer aanvang. Opnieuw voel ik een opwelling van geluk bij de aanvang van mijn tocht. Wat is dit heerlijk! In het begin van mijn tocht staan de tekentjes goed aangegeven. Ook deze ochtend hoor ik hier en daar geblaf van honden. Op een of andere manier kom ik plots tot het inzicht dat net omdat ik alleen wandel, ik kwetsbaar ben en ik me dus ook niet meer kan verschuilen achter iemand of achter iets. Me verschuilen achter angst brengt op een tocht als deze geen hulp. Het volgende klinkt misschien een beetje gek: Ik zie plots heel scherp hoe angst een vals lapmiddel is, een gemakkelijke keuze die je een soort van bescherming/veilig gevoel geeft omdat ze vertrouwd aanvoelt, maar in de praktijk uiteraard geen bescherming biedt. Ik zie heel scherp hoe makkelijk het kan zijn om niet te kiezen voor de angst, net omdat ik plots echt zie wat angst eigenlijk is. Ik besef ook dat angst je kan overvallen, en het je soms aan de tijd kan ontbreken om hier bewust een keuze voor te maken. Toch zou ik ook dat willen kunnen. Ik zie plots dat ik vrij kan zijn van de angst en daar even geen nood meer aan hebben deed me opnieuw intens geluk voelen, maar deed me vooral heel stabiel voelen. Dit alles wist ik en besefte ik voor mijn tocht ook, alleen zag ik het plots zo scherp. Bizar, maar I like it. :) Op een bepaald moment, ergens tussen Orroire en Pottes (vaak midden in de velden) verdwijnen de tekens volledig. Ik ben blij dat ik besloten heb om te wandelen met behulp van de kaart en de gps. Dit loopt vlot en ik merk dat ik dit leuk vind, leuker dan gewoon de tekentjes te volgen. Ik besef ook dat ik zonder gps op dit moment de pineut zou zijn, aangezien ik geen kompas mee heb (en ik hier vermoed ik nog niet vaardig genoeg in ben). Wat zou het fijn zijn om hier wel vaardig in te zijn. Ik denk dat ik het wandelen dan nog meer dan nu als een avontuur zou aanzien, en er dus nog meer plezier aan zou beleven. Op dat moment geeft de gps een signaal dat de batterij bijna leeg is, waarna hij nog even later volledig uitvalt. Ik zie de humor er best wel van in. :) Gelukkig heb ik, onverwachts, in mijn zijzakje nog 1 batterij zitten. Ik haal 1 batterij uit de gps en vervang deze door de extra batterij. De combinatie van de 2 batterijen die nu in gps zitten blijken voldoende energie te geven om het apparaat weer op gang te krijgen. Gelukkig. :) Het landschap is in tegenstelling tot gisteren nu bijna volledig vlak. De Kluisberg, die ik achter me laat, zal daarom ook nog kilometers achter me zichtbaar blijven. Even later kom ik aan in Pottes, waar de kerktoren haar klokken laat luiden.
De weg verlaat Pottes via de dijk langsheen de Schelde. Ik bedenk me hoe dit water binnen enkele uren ook langsheen Wetteren zal lopen, de plek waar ik woon. Vlak voor Helkijn, neemt het pad wat afstand van de rivier. Ook hier ontbreken de tekens en kijk ik op de kaart. De brug waar ik over moet staat door lage metalen afsluitingen afgebakend. Ik klim hierover, in de hoop dat de brug niet zal instorten (wat ze gelukkig ook niet deed :) ), en doe dat opnieuw op het einde van het brugje, waar opnieuw lage metalen afsluitingen staan. Ik vervolg mijn weg en zie vanuit de verte langs links een groepje jongeren met rugzak naar hetzelfde kruispunt in de velden wandelen als mij. Ze komen er iets voor mij aan, twijfelen even en zetten zich dan neer. Ik vermoed dat ze daar hun lunch hebben gegeten. Ik begroet ze in het Frans en wandel verder. Het pad leidt me terug naar het water. Vanaf nu zal mijn pad bijna uitsluitend uit beton bestaan. Vlak voor de brug van Warcoing zet ik me op een bankje neer en eet ik mijn middagmaal. Vervolgens zet ik mijn tocht door en passeert er een scoutsgroep me in de tegengestelde richting. Ze begroeten me en wensen me "bon courage". Ik wens hen hetzelfde terug. Ik doorkruis Warcoing langsheen het indrustriegebied , steek een drukke straat over en wandel vervolgens rechtdoor tussen de velden rechtstreeks naar de rivier "L'Espierres". Deze rivier is heel mooi ingebed, wat ervoor zorgt dat dit stukje als erg gezellig aanvoelt. Ook de vele eenden en hun kuikens dragen bij aan de gezelligheid. Ik wandel doorheen Saint-Léger, waarna ik mijn weg vervolg naar Etaimbourg.
Iets voor Etaimbourg kijk ik even naar de busuren en zie ik dat mijn bus binnen 2,5 uur in Obigies zal passeren, met nog 10 km op de teller. Het gemiddelde van 4 km/uur haal ik zeker, maar ik wou toch liever niet te nipt aankomen. Ik besluit een tandje bij te steken. Net voorbij Pecq, aan de rivier "L'Escaux", is er een routewijziging in mijn voordeel. De route gaat nu niet meer langsheen Esquelmes, maar volgt de andere kant van de rivier, rechtstreeks naar Obigies. Op het einde kort ik zelf mijn route nog een beetje in, want mijn benen zijn moe en ik merk dat ik niet echt nood heb om elke meter van de GR122 te moeten stappen. Dit is een avontuur en geen MOET-opdracht. Mijn eigen alternatieve route naar Obigies vinden met behulp van de kaart en gps is minstens even leuk. :) Het feit dat de route was aangepast, ik de route zelf wat heb ingekort en ik blijkbaar erg goed heb doorgestapt, zorgt ervoor dat ik een uur te vroeg aan de bushalte ben. Geen nood, de rust doet me goed. Achter de bushalte ligt een wei waar schaapjes en hun lammetjes staan te grazen in de zon. Prachtig om naar te kijken. Voor me zie ik de Mont Saint-Aubert liggen, maar dat is voor morgen. Een uur later stap ik op bus 97, waar ik nu slechts 10 minuten op zit tot ik in Doornik aankom. Daar koop ik nieuwe batterijen voor mijn gps en stap ik verder naar de jeugdherberg.
Dag 9: Obigies - Doornik (+-11 km)
De laatste dag van mijn tocht van Hulst tot in Doornik breekt aan. Ik voel me trots, want binnen enkele uren zal ik mijn aankomstpunt bereiken. Ik wandel van de bushalte naar het beginpunt en zet de wandeling in. Tussen de weiden wandel ik richting de top van de heuvel, waarna het pad overgaat in een stijgende boswegel. Even later kom ik uit op een steile kasseistraat die me recht naar de kerk van Mont Saint-Aubert leidt. Onmiddellijk daarna daalt de weg terug richting Kain. In het veld spelen 2 honden, terwijl het baasje over het pad terug naar huis wandelt. Wanneer het baasje me ziet aankomen, legt hij 1 hond aan de leiband. De andere, iets oudere hond mag vrij blijven wandelen. Deze hond komt even ruiken en wandelt dan heel lief met me mee.
Ik zet mijn tocht verder en kom opnieuw aan bij de rivier, L'escaux. Het dijkpad van deze rivier zal me rechtstreeks tot in Doornik brengen. Iets voor Doornik zet ik me nog even op een bankje en geniet ik na van de tocht. De vele kilometers beton van gisteren wegen vandaag door op mijn voetzolen. Ik merk dat de zolen van mijn schoenen, die ondertussen meer dan 1400 km wandelplezier hebben genoten, hun beste tijd hebben gehad. Even later wandel ik langsheen de poorten van Doornik, de mooie en oude stad binnen. Aan de brug in het centrum, verlaat ik het pad en wandel ik naar het station. Ik heb dat stukje immers al 4 keer gewandeld aangezien de GR 122 langsheen de jeugdherberg loopt. De GR 122 loopt nog verder Frankrijk in, maar dat stuk wandel ik niet. Tijdens de laatste kilometers naar Doornik en op weg naar het station denk ik terug aan de eerste stappen in Hulst. Ik voel me gelukkig en trots. Het is me gelukt, helemaal op mijn eentje. :)